Verhalen moeten verteld worden. In het DorpsLab worden die verhalen opnieuw verteld en verbonden aan het thema van die zaterdag. Morgen 24.11 is er een koffielab met als gast Peter Vergnano | San Remco koffiemachines. Bij een Hollands kopje koffie horen koekjes en daar is vanuit de straat een mooi verhaal van. In onze Dorpsstraat zat destijds namelijk een echte koekjesfabriek: Koekfabriek de Duif.
De Duif van de heer Van Holst was gevestigd op Dorpsstraat 156-158, en later (1946) Dorpsstraat 70. Het personeel begon om zeven uur. De heer Van Holst zelf woonde in Voorburg en was eerst om acht uur aanwezig. Iedere dag kwam hij met de bus van Citosa, die midden in de Dorpsstraat stopten. De eerste bezigheid van de aanwezige werknemers was de grote oven aansteken en met briketten warmstoken. Ook de deegmachine moest worden aangezet.
Het deeg voor de Wilhelmientjes was een geheim recept. Het is jammer dat het recept nooit bekend is geraakt anders hadden er met speciale gelegenheden of festiviteiten in Zoetermeer de beroemde Wilhelmientjes weer gepresenteerd kunnen worden. We weten dat er suiker, bloem, water en zout nodig was, maar ook koolzuur. Daarin zit misschien wel het geheim van de bakkerij.
Voor zover na te gaan is in de archieven is er geen boter van de lokale firma Brinkers gebruikt, wat wel bijzonder is. Er zijn later pogingen gedaan om opnieuw een Zoetermeers koekje te maken. Zo hebben we jaren geleden de Rokkeveentjes gehad van bakker Hekker.
Het bakproces
De fabriek was modern en had in die tijd al een deegmachine. Als alle ingrediënten in de machine waren gedaan duurde het een half uur, voordat het deeg gereed was voor het bakproces. Met dit deeg kon er verder de hele dag gebakken worden. In die tijd was er nog veel handwerk. Voor elk Wilhelmientje moesten met de hand plukjes deeg op de bakplàat worden gelegd en worden plat gemaakt. Later kwam er voor dat werk een vormmachine. Op één werkdag werd er vijfenzeventig kilo koek gebakken. Het vet kwam van Calvé, bloem van ‘Het Vergulde Hart’ uit Rotterdam en de spijs voor de boterletters in december van Broere uit Waddinxveen.
Verzending en breukverkoop
Na het bakken en afkoelen begon het inpakken en verzenden. Dat was een precies werkje, omdat de koekjes erg dun waren en snel konden breken. Er gingen twee lagen op elkaar en vier naast elkaar. Mannen die het heel goed konden waren baas Van Holst en Jan Switsar. Inmiddels waren de blikken van nieuwe wikkels voorzien. In zo’n blik ging ongeveer anderhalve kilo stukken en het kostte één gulden. Bij die verkoop was het altijd een komen en gaan van allerlei mensen groot en klein.
Dan kwamen de Bodediensten Henneken en Van der Spek de bestellingen ophalen. Ook De Spar had zijn bestellingen en die verspreidden ze over het hele land bij de verschillende Sparvestigingen. De verkoopprijs van de Wilhelmientjes was 57 cent per half pond. Het was zoals er toen gezegd werd een koekje voor “Jan en Alleman”.
Omdat het Wilhelmientje zeer dun was kwam er breuk voor. Op vrijdagmiddag mochten die stukken verkocht worden aan de inwoners van Zoetermeer.
Bron: Oud Soetermeer
Recept Wilhelmientjes: Patissier Cees Holtkamp
Het recept is hier enigszins aangepast.
Ingrediënten:
220 gram zachte boter
140 gram witte basterdsuiker
4 gram zout
1 ei
6 gram bakpoeder
350 gram Zeeuwse bloem
Bereiding:
Meng 220 gram zachte boter met 140 gram witte basterdsuiker, 4 gram zout en 1 losgeklopt ei. Kneed er 6 gram bakpoeder, gezeefd met 350 gram Zeeuwse bloem, door. Laat afgedekt een uur rusten in de koelkast. Leg bolletjes deeg ter grootte van een knikker met wat tussenruimte op een ingevette bakplaat. Sla de bolletjes plat tot de dikte van een euro. Bak ze in 15 minuten op 160ºC goudbruin.