Onderstaande tekst is een beknopte weergave van een tweetal lezingen gehouden bij de bijeenkomst van KIVI – Regio Den Haag op 11 april 2017
In de lezingen neemt Willem Hermans, stedenbouwkundige en schatbewaker*), de toehoorders mee naar het vakgebied van de stedenbouwkunde en de relatie van die discipline met mobiliteit en architectuur. Vanuit zijn docentschap aan de TU Delft, faculteit der Bouwkunde, licht hij het onderzoek toe dat op het eind van de vorige eeuw is uitgevoerd naar de grondslagen van de stedenbouw. Wat doet een stedenbouwkundige, waar bemoeit hij zich mee en tot welke producten leiden die activiteiten?
Antwoorden, die tot vier vakpublicaties hebben geleid met als titels: Het ontwerp van de stadsplattegrond, Stedenbouwkundige regels voor het bouwen, Het ontwerp van de openbare ruimte en Het programma en ruimtegebruik van de stad. De getoonde voorbeelden van stedenbouwkundige planproducten zijn ontleend aan zijn werkzaamheden bij het eigen bureau CH & Partners, Den Haag (1980-2007) en bij Rijnboutt BV, Amsterdam (2008-2012).
Veel van de getoonde opgaven zijn verbonden met het grondgebied van de Haagse agglomeratie en illustreren de verschillende schalen waarop stedenbouwkundigen zich met het stedelijk veld bemoeit. Met een dagelijks reis-tijd-budget van 45 minuten zijn veel bestemmingen, gelegen buiten de traditionele stadsgrenzen, goed bereikbaar. We kunnen op een heldere dag vanuit verschillende plekken (landschap) en plaatsen zoals Delft en Zoetermeer genieten van de skyline van zowel Den Haag als van Rotterdam; niet alleen de stad is het object van bewerking, maar ook het stedelijk veld van de metropoolregio Den Haag/Rotterdam.
In de tweede lezing wordt het belang van de relatie van “urbanism, mobility & architecture” (UMA) voor stedelijke ontwikkeling nader toegelicht. Aan de hand van een reeks Haagse voorbeelden wordt aangegeven hoe deze combinatie heeft geleid tot een rijke aanvulling van het Haagse repertoire aan goed ontworpen ensembles. Zo worden de plannen van Dudok voor het herstel van de stad Den Haag na de 2de wereldoorlog (Sportlaantracee), de Utrechtse Baan, de Sytwendetunnel, de Koningstunnel en de zes stedelijke projecten van Joan Busquet voor het Internationale, Nieuwe Den Haag besproken. Infrastructuur en mobiliteit regelen verbanden over een groter geheel; al heel lang verbindt tramlijn 1 Delft met de kust van Scheveningen. De lightrails 3 en 4 verbinden Zoetermeer met vele plekken in de Haagse agglomeratie. Plannen voor nieuwe verbindingen in de metropoolregio Den Haag/Rotterdam (lightrail via Delft) staan op stapel en in diverse plandocumenten is een regionaal structuurbeeld een (bijna) vanzelfsprekende onderlegger.
Vanuit die schaal is het een mooie afsluiting om de diversiteit aan kaartbeelden voor de Randstad Holland en de nu ingeslagen weg toe te lichten; Groot Amsterdam als concentrisch georiënteerde stadsmetropool, Den Haag/Rotterdam als een stedelijk veld met vele centra en daar tussen in het verstedelijkt landschap langs de Oude Rijn, opgespannen tussen de universiteitssteden Leiden en Utrecht; en in dat stadslandschap is ook een plaats voor Alphen a/d Rijn ingericht.
*) Schatbewaker staat voor de activiteiten die door de stichting Schatbewakers worden georganiseerd om de rijkdom van de recente stedenbouw- en architectuurgeschiedenis van Zoetermeer te ontsluiten, te delen en publiekelijk te bespreken met de stadsbevolking.